Als je echt op zijn Frans wilt eten, ben je hier aan het goede adres. Alle bekende klassiekers staan er op de kaart. En ze zijn goed klaargemaakt ook. Geen verrassingen of fratsen. Geen originele inrichting met eigenwijze meubeltjes of dessins op de muren. Chez Baptiste is zo’n restaurant waar je met een groepje vrienden zonder risico naar binnen kunt. Voor ieder wat wils en de porties zijn on-Frans groot.
Als toetjes liefhebber bij uitstek kwam ik helemaal aan mijn trekken. Een lemond curd op een bladerdeeg en daar bovenop flinke dotten slagroom. Als ik er alleen al aan terugdenk duiken mijn smaakpapillen de loopgraven in: mierzoet én zuur tegelijk. De crème brulée die Karin kreeg voorgeschoteld voldeed aan de belangrijkste eis: een lekker dik knapperig laag gekarameliseerde bruine suiker.
Drie keer is scheepsrecht. Dat gold zeker voor Les petites cocottes, een klein restaurant in de buurt van le porte des Allemands. Afgelopen zomer stonden we er voor de derde keer voor de deur. Eerdere pogingen waren op een teleurstelling uitgelopen. Karin had op internet ontdekt dat de reviews de moeite waard waren dus dat wilden we zelf wel eens ervaren. Of ze waren volgeboekt (goed teken) of ze waren gesloten of op vakantie. Dit keer troffen we het en lieten we ons verrassen.
Het restaurant is gevestigd aan een pleintje dat we al kenden. Schuin tegenover bevindt zich restaurant Chez Moi dat we al eens samen met de jongens hadden bezocht. Ook toen was ons het gezellige terrasje van les petites Cocottes al opgevallen. Nu zaten we er dan eindelijk. Een klein restaurant met een sobere maar frisse inrichting. De menukaart was overzichtelijk en dat is altijd een goed teken.
Tijdens onze loopjes langs de Regge volgen we zoveel mogelijk de loop van de rivier. De Regge loopt van Diepenheim noordwaarts naar Ommen. In deze eeuw heeft de rivier haar loop terug gekregen die zij in de vorige eeuw verloor.
Toegegeven: het was na twee weken in Luxemburg te hebben gewandeld wel even slikken toen we aan het eind van deze wandeling de Eelerberg beklommen. Dit was het hoogtepunt van onze route van vandaag. Iets meer dan 44 meter verheft deze heuvel zich. En dat terwijl we een week eerder nog door diepe kloven liepen, uitgesleten door een klein riviertje. Rotspartijen waar je moest uitkijken niet uit te glijden om niet in een ravijn te kukelen. Tja, dan is Salland zelfs voor een echte Sallander niet heel spectaculair.
Horeca in overvloed
Laten we het dan maar snel hebben over de punten waarop Salland beter scoort dan Luxemburg. Want die zijn er zeker ook. Hellendoorn, de start- en finishplaats van dit Reggeloopje, is vele malen afwisselender en authentieker dan menig dorp in het groot hertogdom. Vele winkels in het centrum: kom daar maar eens om in wandeldorpen als Berdorf of Bech. En ook op horeca-gebied scoort deze route vele malen beter dan de tochten die wij in Petit Suisse hebben gelopen. De horeca is meestal de achilleshiel van Salland want vaak ontbreekt deze of is gesloten. Op onze route rondom Hellendoorn moesten we vandaag zelfs een adresje overslaan omdat we anders niet voor donker thuis waren gekomen.
Direct bij de start begonnen we met koffie en een taartje in Lunchroom Lorkeers in hartje Hellendoorn. De vorige keren dronken we onze koffie nog buiten vanwege de coronamaatregelen maar ondanks het feit dat vandaag het beruchte R-getal tot historische hoogte steeg (boven de 3) mochten we van Mark en Hugo gewoon binnen zitten en was ook een mondkapje niet meer nodig. Ook wel weer eens prettig maar toch wennen. Zeker wanneer je nog de strenge Luxemburgse regels gewend bent waarbij je zodra je je van je stoel begaf geacht werd je mondkapje te dragen.
In Salland meer zandweggetjes dan in Twente
Het eerste deel van deze route kenden we al van een eerdere verkenning. Nieuw was wel het terras op Landgoed Schuilenburg. Een fonkelnieuwe uitspanning die doet alsof hij er al jaren is. Deze moesten we wel testen want als je altijd klaagt over het ontbreken van horeca kun je er niet zomaar aan voorbij lopen wanneer er opeens wél een leuk terras aan de route blijkt te liggen. Na Schuilenburg sopten we langs de rivier door natuurgebied De Tatums. Als al het water dat via Zuid Limburg nog onze kant op komt eenmaal in Salland is kunnen we deze route niet meer met droge sokken lopen. Maar vandaag ging het nog prima.
Nadat we de kruising van de Regge met het Overijssels Kanaal hadden bereikt liepen we aan de Sallandse kant van de rivier weer terug naar Hellendoorn. De vorige keer hadden we de Twentse kant verkend maar dat leverde vooral veel rechte smalle asfalt weggetjes op. In Salland gelukkig veel achteraf zandweggetjes. Via landgoed de Eelerberg was het veel gevarieerder terug lopen dan via het Twentse Marle. Voormalig sanatorium Krönnenzommer biedt behalve veel mooie architectuur tegenwoordig ook een terras mét chocolaterie: Twente Decadente. Een perfecte latte machiato was een traktatie tijdens deze wandeling. Hellendoorn werd aangekondigd door opgewonden gegil van kinderen vanuit de achtbaan van het Avonturenpark.
In een zijstraat van een van de grote winkelstraten in het centrum vonden we Le Face Cachée: een winkel met bijna alleen maar vinyl. Zowel nieuw als tweedehands. Vanzelfsprekend een enorme afdeling met Franse muziek, een genre waar we dankzij Rob Kemps steeds beter in thuisraken. Deze zomer lag onze focus echter nog op ons ‘gewone’ lijstje. Ik ga steevast op zoek naar LP’s van Linda Ronstadt en was dit keer weer als een kind zo blij er eentje te vinden waarvan ik het bestaan niet eens wist.
Karin tikte een dubbel LP op de kop van Manu Chau en bij een vorig bezoek hadden we een van de eerste platen van de Dixy Chicks al eens gekocht. Een volgende keer zullen we op jacht gaan om onze verzameling Franse chansons uit te breiden. Van Rob Kemps hebben we een namen gekregen als Barbara, Dalida en Pravi. Al langer zijn we op de hoogte van zangeres Zaz en via Mathijs van Nieuwkerk móeten we natuurlijk nog een plaatje van Charles Aznavour op de kop tikken. Voorlopig genoeg redenen om een volgende keer in Metz weer eens bij Le Face Cachée langs te gaan.
Tijdens onze loopjes langs de Regge volgen we zoveel mogelijk de loop van de rivier. De Regge loopt van Diepenheim noordwaarts naar Ommen. In deze eeuw heeft de rivier haar loop terug gekregen die zij in de vorige eeuw verloor.
Klokslag twaalf uur ploften wij neer op het terras van Da Nini in Nijverdal voor een latte macchiato. In de geheel heringerichte koopgoot was het goed toeven. Waar vroeger de auto de baas was in hartje Nijverdal is deze tegenwoordig slechts te gast. Op een terras zitten was hier dan ook nooit zo aantrekkelijk als nu. En zeker omdat we van Mark & Hugo ’s middags weer van de horeca gebruik mogen maken.
Tijdens onze loopjes langs de Regge volgen we zoveel mogelijk de loop van de rivier. De Regge loopt van Diepenheim noordwaarts naar Ommen. In deze eeuw heeft de rivier haar loop terug gekregen die zij in de vorige eeuw verloor.
Nadat ik vorig jaar voor het eerst langs de Regge rondom Enter heb gewandeld, kom ik terug om mijn terreinkennis te gebruiken voor een perfecte wandelroute. Vorige week heb ik met Karin al vanuit Enter naar het zuiden gelopen richting Elsenerbroek. Vandaag lopen we stroomafwaarts, naar het noorden, richting Rijssen.
Enterse Zomp
Direct bij het startpunt, de Enterse Waarf, snuift Karin opgetogen de lucht op van “oude boten”: de Enterse zomp ligt glimmend van de lak in het botenhuis te wachten op het moment dat ze weer het ruime sop kan kiezen. Gezien de woorden van Mark & Hugo, later die dag op de persco, kan dat helaas nog wel even duren. De Enterse Waarf is er nog niet zo lang, lezen we op het informatiebord. Een keurig nagebouwd houten gebouw met een dak van oud Hollandse rode pannen geeft de toerist een idee van hoe het hier ooit is geweest in de tijd dat de rivier veelvuldig bevaren werd door zompen: brede houten schepen met nauwelijks diepgang. Tegenwoordig wordt de zomp gebruikt om toeristen te vervoeren naar de Pelmolen in Rijssen. Als er geen corona was geweest hadden we onze wandeling hier kunnen starten met koffie of thee: een perfect startpunt dus. Al snel pikken we de rivier op en dankzij de grootschalige herstelwerkzaamheden rondom de Regge kunnen we het water letterlijk op de voet volgen tot het keerpunt van onze route in Rijssen.
Onderweg zien we dat de smalle stroom van een paar meter breed eenmaal in Rijssen meer dan dubbel zo breed is geworden. Eerst wordt de Regge gevoed door de Exosche Aa en vlak daarna door de Elsgraven, een gekanaliseerde beek. Vanaf de molen in Rijssen lopen we door het park van havezate De Oosterhoff en zijn getuige van een fotoshoot van een bruiloft. De stad Rijssen laten we zoveel mogelijk links liggen: daar heeft de wandelaar weinig te zoeken. Helaas moeten we een kilometer asfalt overbruggen om de grote weg te passeren. Gelukkig valt er veel te zien: het gaat de Rijssenaren zichtbaar voor de wind getuige de vele dure wagens die ons passeren. Ook bewijzen de nieuw gebouwde huizen in het buitengebied dat de gereformeerde wereld goed in de slappe was zit. Het toppunt van decadentie passeren langs de Elsgraven: Baby Spa Twenthe. Opgericht in 2019 en ondanks de corona nog niet failliet. Karin suggereert dat de vrouwen van de hardwerkende Rijssenaren hier de tijd stuk slaan met hun vriendinnen èn hun babys. Vlak voor de bebouwde kom van Enter vergapen we ons aan een nieuw gebouwd landhuis met klassieke uitstraling. Compleet met koetshuis voor de auto’s. Over smaak valt te twisten. Het zorgt er voor dat er tijdens deze route naast de Regge nog genoeg andere dingen te zien zijn. Alles bij elkaar een perfect rondje van 15 kilometer, nagenoeg geheel onverhard en over paadjes waar electrische fietsen niet snel zullen komen.
Tijdens onze loopjes langs de Regge volgen we zoveel mogelijk de loop van de rivier. De Regge loopt van Diepenheim noordwaarts naar Ommen. In deze eeuw heeft de rivier haar loop terug gekregen die zij in de vorige eeuw verloor.
Vandaag pikken Karin en ik de Regge weer op waar we haar de laatste keer hebben achtergelaten: iets ten noorden van de grote weg van Enter naar Goor. We vertrekken bij de Enterse Waarf in Enter en lopen eerst een flink stuk zuidwaarts teneinde onze rivier weer tegen te komen in de buurtschap Elsenerbroek.
Tijdens onze loopjes langs de Regge volgen we zoveel mogelijk de loop van de rivier. De Regge loopt van Diepenheim noordwaarts naar Ommen. In deze eeuw heeft de rivier haar loop terug gekregen die zij in de vorige eeuw verloor.
Vanaf de Pelmolen in Rijssen is de Regge prima te volgen tot aan de rand van Nijverdal. Om vanaf de Keppelbrug weer terug te lopen naar Rijssen vergt wat meer fantasie. Tijdens mijn eerste verkenning ben ik via de westelijke kant over de Ligtenberg, een van de uitlopers van de Sallandse Heuvelrug weer terug gewandeld. Het laatste uur van deze route voert door keurig aangeharkte buitenwijken. Niet bepaald een feestelijke afsluiter. Vandaag ga ik onderzoeken of een route aan de oostelijke kant van de rivier een beter alternatief is.
Precies zeven dagen nadat we schaatsten op het Veluwemeer loop ik met Daan rondom Bathmen. Voor de vierde druk van “Wandelen in het hart van Salland” heeft de uitgever gevraagd deze route nog eens goed na te lopen. Er waren een paar reacties van teleurgestelde wandelaars binnengekomen die op een specifieke plek waren vast gelopen. De routebeschrijving heb ik in het vroege voorjaar van 2013 gemaakt. Nadien ben ik slechts één keer teruggekeerd om de route te verfraaien maar ook dat is alweer zes jaar geleden. Hoogste tijd voor een grondige revisie dus.
Tijdens onze loopjes langs de Regge volgen we zoveel mogelijk de loop van de rivier. De Regge loopt van Diepenheim noordwaarts naar Ommen. In deze eeuw heeft de rivier haar loop terug gekregen die zij in de vorige eeuw verloor.
Het viel niet mee om rondom het Twentse Goor een aantrekkelijke rondwandeling te bedenken die én zoveel mogelijk de loop van de Regge volgt én zoveel mogelijk over onverharde paden loopt én rond de 15 kilometer lang is. De eerste twee pogingen strandden op teveel saaie asfaltweggetjes en woonwijken van Goor die de finish van deze tocht een te hoog avondvierdaagse-gehalte gaven.