Een wandeling van ruim 550 kilometer van de voordeur van de familie Metz in Lierderholthuis naar de middenstip van het veld van FC Metz in Frankrijk.
Meelopers
Karins voeten hebben de nacht redelijk goed doorstaan. Ik had al een plan B, C en D bedacht maar nog niet met haar gedeeld. Kalm aan, dan breekt het lijntje niet en teveel vragen naar de boos doenende blaren is ook niet goed voor de stemming. Normaal heeft ze nooit blaren, dat maakt het nu zo frustrerend. Onbekommerd lopen, om je heen kijken en kletsen is er nu niet meer bij. De voetverzorging bij Graat en Nida – onze gastvrouwen in Hummelo – is optimaal, net zoals de catering, de bedden en het ontbijt. Zonder ernaar gevraagd te hebben heeft Karin besloten gewoon aan de volgende etappe te beginnen. Ik prijs me gelukkig met zo’n bikkel en loop vrolijk richting Laag Keppel. Daar staat collega Bart ons op te wachten samen met zes ‘meelopers’. Voor een nieuw uit te geven wandelgids moet hij vandaag een route controleren. Een stuk van zijn route loopt toevallig synchroon met onze tocht.
Een wandeling van ruim 550 kilometer van de voordeur van de familie Metz in Lierderholthuis naar de middenstip van het veld van FC Metz in Frankrijk.
Kampferspiritus
Na een uitstekende nachtrust en ontbijt zet onze gastvrouw ons af aan de voet van de IJsselbrug in Zutphen. Onze extractielijn gaat pal noord-zuid en trekt zich niets aan van de sloten, weggetjes, spoorlijnen of rivieren die we onderweg tegenkomen. Ook niet van de blaren onder Karins voet. “Doorprikken, kampferspiritus erop en doorlopen maar,” was het advies van onze gastheer en voormalig hospik. En door gaan we. Heel even de paraplu erbij maar al snel klaart het op en lopen we over de dijk langs de westelijke oever van de IJssel richting Brummen. Als uitgever van de mooiste wandelgidsen van Nederland kom ik nog wel eens ergens maar op deze dijk was ik nog nooit eerder geweest. Wel ben ik de IJssel al eens helemaal afgeroeid en hier langs gekomen. En heb ik zo’n twintig jaar geleden een voettocht gemaakt langs deze rivier. Toen was er nog niet zoveel ‘ruimte voor de rivier’. Tegenwoordig geeft Rijkswaterstaat de rivier meer spelingsruimte. Nevengeulen worden gegraven en veel zomerdijkjes zijn nu toegankelijk voor wandelaars en fietsers.
Een wandeling van ruim 550 kilometer van de voordeur van de familie Metz in Lierderholthuis naar de middenstip van het veld van FC Metz in Frankrijk.
Blarenpleisters
We beginnen de dag met een uitstekend ontbijt en de nodige blarenpleisters. Ik vertelde Karin gisteren nog hoeveel ik van haar hield en dat ik het prachtig vond dat ze met me meeloopt naar Metz. Ik kan zo snel weinig andere vrouwen bedenken die haar dit na zouden doen. Ik geloof dat ze er na vandaag wel anders over denkt. Ondanks deskundige adviezen van de pedicure (buurvrouw van ons gastgezin) lijkt de blaar op haar hiel alleen maar groter te worden. Toch gaan we fris van start met een miezerig buitje dat naarmate we de IJsselbrug oversteken overgaat in regen waar je nat van wordt.
Een wandeling van ruim 550 kilometer van de voordeur van de familie Metz in Lierderholthuis naar de middenstip van het veld van FC Metz in Frankrijk.
Strapazierfähige Freizeitmatte
De slaapzak blijkt te klein en het matje te dun. Dat ik jarenlang op een ‘strapazierfähige Freizeitmatte’ comfortabel heb kunnen slapen kan ik me nu niet meer voorstellen. Maar dat was ruim twintig jaar en even zoveel kilo’s geleden. Normaal gesproken kan ik overal en in elke positie op ieder moment van de dag in slaap vallen. De eerste nacht in onze Erdmann Schmidt lichtgewicht tent uit 1994 kan ik de slaap maar moeilijk vatten. Wanneer de vogeltjes gaan fluiten blijkt ook Karin al wakker. Ze heeft het koud in haar te grote slaapzak. We ruilen van zak en ik val zowaar in slaap.
Een wandeling van ruim 550 kilometer van de voordeur van de familie Metz in Lierderholthuis naar de middenstip van het veld van FC Metz in Frankrijk.
Salland in het klein
Tijd. Dat is wat je nodig hebt om geduldig te luisteren naar de uitleg van campinghouder Dik. We kijken naar een enorme maquette van Salland. Op een tafel van ongeveer vier bij vier meter heeft hij een landkaart geplakt die reikt van Zwolle tot Deventer en van Ommen tot Holten. Van hout heeft hij de meeste kerken nagebouwd en deze op de juiste plek op de landkaart geplaatst. Naast de vele kerktorens heeft hij ook de havezaten gemaakt en, opvallend, ook de vele graansilo’s die Salland rijk is. Tevens zien we tientallen hoogspanningsmasten én het voormalige ziekenhuis De Weezenlanden in Zwolle. Het jaren zestig gebouw is inmiddels gesloopt maar Dik laat dit bouwkundig gezien niet bijzonder fraaie gebouw staan op zijn kaart. “Ik heb daar gelegen als hartpatiënt en ze hebben me zeker dertig jaar extra gegeven. Nee, dat gebouw blijft daar voor altijd staan.”
Terwijl de regen neerklettert op het golfplaten dak laat Dik ons ook nog zijn mineralenverzameling zien en nog een paar kasten gevuld met opgezette dieren. Al meer dan dertig jaar runt hij samen met zijn vrouw Frida natuurcamping De Marsbelten. Via een smal voetpad, het Berend Jan Hunnemanpad (‘landbouwpionier’ staat er op het straatnaambordje) hebben we zijn camping bereikt. Ik kende dit paadje nog niet. En dat terwijl ik er toch prat op ga alle paadjes in mijn geliefde Salland te kennen. Ik zag dat het deel uitmaakte van het wandelroutenetwerk en waarschijnlijk pas sinds een jaar of tien is opengesteld. Komend vanuit Broekland hebben we zo onze eerste stop bereikt.
Shoarma van varkensvlees
Het kostte ons enige moeite om ons los te scheuren uit het gezellige dorpscafé De Hoppe tegenover de Heilige Marcelinuskerk. De spelers van het eerste elftal van v.v. Broekland dronken er hun teleurstelling weg over de zojuist geleden nederlaag tegen Davo uit Deventer. Op de televisie volgden we de bekerfinale tussen AZ en Feyenoord. En dat na een degelijke plateservice maaltijd. Of de shoarma varkensvlees bevatte wist de serveerster niet. Je zou zeggen dat shoarma nooit varkensvlees mag bevatten maar in Broekland dus wel. “Hier hebben we geen Turken,” was de verklaring. Terwijl het terras vol zat met feestgangers die voor de verjaardag van Ome Jan kwamen, “Ome Jan bedankt Zeventig Jaar”, zaten wij op te drogen van het zweet. Met 27 graden was de eerste etappe van onze tocht voor deze tijd van het jaar onwaarschijnlijk warm geweest. Nu het zweet eraf douchen en fris de tent in.
Terwijl onze zoons weer eens onverrichtter zake terugkeerden van een bezoek aan de winkel waar ze balletjespistolen wilden kopen, viel ons oog op de menukaart van een klein restaurant. In een onooglijk straatje is ‘Le P’tit Frontalier’ gevestigd. In een hoek hing achter een raam een menukaart. We gingen naar binnen waar de ober juist de laatste tafeltjes opruimde die voor de lunch waren gebruikt. Hierna zou hij de deuren sluiten tot 19 uur. Direct maar gereserveerd voor diezelfde avond want ik had al snel door dat ik hier graag mijn 49e verjaardag wel wilde vieren.
De menukaart van dit restaurant is van hetzelfde kaliber als Les 2Moiselles, Les petit Cocettes of L’assiette et verre: overzichtelijk maar origineel en zonder uitzondering fijnzinnige gerechten uit de keuken van Lorraine. Dit keer konden we er ook streekeigen bier bij krijgen. Want we kunnen nog zo hoog opgeven over onze favoriete restaurants: een fatsoenlijk bieraanbod hebben ze zelden, helaas. Bij Le P’tit Frontalier wordt dat ruimschoots gecompenseerd door de ruime keuze Biere de Metz. En als klap op de vuurpijl kreeg de jarige job na afloop van het diner een kartonnen doosje met zes originele Metz-bierglazen mee naar de tent. En met deze glazen pronk ik nog steeds als ik thuis gasten heb die een glas bij hun biertje willen.